Samenvatting van Meester van de Zwarte Molen (Krabat) - Otfried Preussler
Krabat, een bedelaarsjongen uit Lausitz, trekt tussen oud en nieuw en drie koningen met zijn twee vrienden van deur tot deur om geld bij elkaar te bedelen om eten te kopen. Een aantal nachten hoort Krabat een stem tijdens een droom, die hem vraagt hem om naar de molen in Schwarzkollm te komen. Uiteindelijk kan Krabat zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en gaat op zoek naar de mysterieuze, zwarte molen in Koselbruch.
De meester van de molen neemt hem aan als molenjongen. Na een proefperiode van drie maanden wordt Krabat op Goede Vrijdag ingewijd in de magie van de zwarte kunsten. Vanaf dat moment krijgt hij van de meester les uit de Koraktor, een in zwart leer gebonden boek, waar alle spreuken van de zwarte kunst in staan. Na de Paaswake en het ritueel van de broederschap, gaat het werken Krabat een stuk makkelijker af en hij snapt nu waarom het werk zo makkelijk leek voor de anderen.
Als op de laatste dag van het jaar Tonda op mysterieuze wijze om het leven komt, begint Krabat te vermoeden dat er meer gaande is op de molen dan hij aanvankelijk dacht. Langzaam maar zeker komt Krabat erachter dat de Meester een gevaar is voor zijn leven. Samen met Juro, die in werkelijkheid veel slimmer is dan iedereen, bedenkt hij een plan om de meester van de zwarte molen te verslaan, en zo hem en de andere elf molenjongens te redde. Maar hiervoor heeft hij de hulp nodig van de Kantorka, het meisje dat hij tijdens een Paaswake zo mooi heeft horen zingen. Zal het hem lukken om de Meester te verslaan, zonder dat het hem en alles wat hem dierbaar is het leven kost?
De meester van de molen neemt hem aan als molenjongen. Na een proefperiode van drie maanden wordt Krabat op Goede Vrijdag ingewijd in de magie van de zwarte kunsten. Vanaf dat moment krijgt hij van de meester les uit de Koraktor, een in zwart leer gebonden boek, waar alle spreuken van de zwarte kunst in staan. Na de Paaswake en het ritueel van de broederschap, gaat het werken Krabat een stuk makkelijker af en hij snapt nu waarom het werk zo makkelijk leek voor de anderen.
Als op de laatste dag van het jaar Tonda op mysterieuze wijze om het leven komt, begint Krabat te vermoeden dat er meer gaande is op de molen dan hij aanvankelijk dacht. Langzaam maar zeker komt Krabat erachter dat de Meester een gevaar is voor zijn leven. Samen met Juro, die in werkelijkheid veel slimmer is dan iedereen, bedenkt hij een plan om de meester van de zwarte molen te verslaan, en zo hem en de andere elf molenjongens te redde. Maar hiervoor heeft hij de hulp nodig van de Kantorka, het meisje dat hij tijdens een Paaswake zo mooi heeft horen zingen. Zal het hem lukken om de Meester te verslaan, zonder dat het hem en alles wat hem dierbaar is het leven kost?