Recensie van Straatkatten - Mieke van Hooft
Het leven op straat is niet zo makkelijk als je denkt
Als Mieke van Hooft een nieuw boek wil schrijven, dan begint ze daar niet zomaar aan. Zo heeft ze voor Straatkatten een jaar lang onderzoek gedaan naar zwerfkinderen. Het resultaat: een levensecht boek over de problemen van zwerfkinderen.
“Heb je voor mij ook wat te bikken? Ik rammel van de honger.’ Zonder af te wachten grist ze een appelflap naar zich toe en zet haar tanden erin. Lizzy springt verontwaardigd op. [‘Hé zeg, dat zijn toevallig míjn appelflappen. Jij bent een mooie!’ Het meisje grinnikt en veegt met de achterkant van haar hand langs haar lippen. ‘Ik heb honger. Jij hebt wat te bikken. Ik heb niks. Dan geef jij mij wat. Zo zijn de wetten van de straat.”
Mieke van Hooft beschrijft in Straatkatten op een spannende manier welke problemen je kunt tegenkomen als je wegloopt van huis. Zo hebben de hoofdpersonages Wanja en Lizzy bijna geen geld, geen eten en geen comfortabele plaats om te slapen Daarnaast wordt het weinige dat ze wel hebben nog van ze gestolen ook. Later in het verhaal wordt Wanja ziek en bijna aangerand door een ander zwerfkind. De boodschap van Straatkatten is duidelijk: weglopen is niet de beste manier om je problemen op te lossen. Sterker nog, ze worden er alleen maar groter van. Tussen de regels door lees je wel dat de problematiek van Wanja serieuzer is dan die van Lizzy. Je krijgt als lezer het idee dat Wanja vroeger door haar vader misbruikt is, al wordt dat niet met zoveel woorden genoemd.
Mieke van Hooft is er met Straatkatten in geslaagd om de problematiek van zwerfkinderen op een gemakkelijk te lezen manier aan de orde te stellen. Het taalgebruik is niet te moeilijk en je leest vlot door het verhaal heen. Lees jij graag boeken over realistische problemen? Dan is Straatkatten van Mieke van Hooft een boek dat je gelezen moet hebben!
Marcel Goedknegt
Leuk om te weten
In 1997 is Straatkatten getipt door de Nederlandse Kinderjury van 10 t/m 12 jaar
Als Mieke van Hooft een nieuw boek wil schrijven, dan begint ze daar niet zomaar aan. Zo heeft ze voor Straatkatten een jaar lang onderzoek gedaan naar zwerfkinderen. Het resultaat: een levensecht boek over de problemen van zwerfkinderen.
“Heb je voor mij ook wat te bikken? Ik rammel van de honger.’ Zonder af te wachten grist ze een appelflap naar zich toe en zet haar tanden erin. Lizzy springt verontwaardigd op. [‘Hé zeg, dat zijn toevallig míjn appelflappen. Jij bent een mooie!’ Het meisje grinnikt en veegt met de achterkant van haar hand langs haar lippen. ‘Ik heb honger. Jij hebt wat te bikken. Ik heb niks. Dan geef jij mij wat. Zo zijn de wetten van de straat.”
Mieke van Hooft beschrijft in Straatkatten op een spannende manier welke problemen je kunt tegenkomen als je wegloopt van huis. Zo hebben de hoofdpersonages Wanja en Lizzy bijna geen geld, geen eten en geen comfortabele plaats om te slapen Daarnaast wordt het weinige dat ze wel hebben nog van ze gestolen ook. Later in het verhaal wordt Wanja ziek en bijna aangerand door een ander zwerfkind. De boodschap van Straatkatten is duidelijk: weglopen is niet de beste manier om je problemen op te lossen. Sterker nog, ze worden er alleen maar groter van. Tussen de regels door lees je wel dat de problematiek van Wanja serieuzer is dan die van Lizzy. Je krijgt als lezer het idee dat Wanja vroeger door haar vader misbruikt is, al wordt dat niet met zoveel woorden genoemd.
Mieke van Hooft is er met Straatkatten in geslaagd om de problematiek van zwerfkinderen op een gemakkelijk te lezen manier aan de orde te stellen. Het taalgebruik is niet te moeilijk en je leest vlot door het verhaal heen. Lees jij graag boeken over realistische problemen? Dan is Straatkatten van Mieke van Hooft een boek dat je gelezen moet hebben!
Marcel Goedknegt
Leuk om te weten
In 1997 is Straatkatten getipt door de Nederlandse Kinderjury van 10 t/m 12 jaar