Samenvatting van De Genezing van de Krekel - Toon Tellegen
De anders zo vrolijk tjirpende krekel, voelde ineens iets vreemds in zijn hoofd.
‘Het gevoel begon tegen de binnenkant van zijn voorhoofd te duwen. Het was geen aangenaam gevoel. Hij liet zijn hoofd zakken en keek naar de grond.’
Na een gesprek met de mier, die verstand heeft van gevoelens, weet krekel dat hij somber is.
Hij vindt het vreemd, zo’n somber gevoel hoort misschien in het hoofd van de mol of de aardworm, maar niet in die van de altijd vrolijk tjirpende krekel. Toch gaat het gevoel maar niet weg. Hij blijft somber.
Zijn dierenvrienden uit het bos proberen hem te helpen door goede adviezen te geven, verhalen te vertellen die nog veel erger lijken dan het sombere gevoel van krekel, taarten te bakken, een feest te organiseren en brieven te schrijven. Maar niets helpt en het sombere gevoel wordt zelfs steeds erger.
Naast het verhaal van de krekel wordt het verhaal van de olifant verteld. Olifant probeert dagelijks tevergeefs in een boom te klimmen en daarin een pirouette te draaien. Hoewel hij iedere keer weer valt, blijft hij het proberen. Somber wordt hij er nooit van; hij blijft positief. Olifant denkt dat de krekel misschien ook eens in de boom moet klimmen om van het sombere gevoel af te zijn.
‘Samen vielen ze naar beneden. Dikke takken braken en zwiepten tegen hen aan. Toen ze even later hun ogen opensloegen had de olifant een dikke bult op zijn achterhoofd. ‘Maar ik ben niet somber,’ kreunde hij zacht. De vleugels van de krekel waren gekneusd en zijn neus was gebroken. Op zijn rug zaten twee bulten en zijn poten deden het niet meer. ‘Ik wel,’ zei hij.’
Uiteindelijk is krekel uit het niets ineens weer vrolijk.
‘Het gevoel begon tegen de binnenkant van zijn voorhoofd te duwen. Het was geen aangenaam gevoel. Hij liet zijn hoofd zakken en keek naar de grond.’
Na een gesprek met de mier, die verstand heeft van gevoelens, weet krekel dat hij somber is.
Hij vindt het vreemd, zo’n somber gevoel hoort misschien in het hoofd van de mol of de aardworm, maar niet in die van de altijd vrolijk tjirpende krekel. Toch gaat het gevoel maar niet weg. Hij blijft somber.
Zijn dierenvrienden uit het bos proberen hem te helpen door goede adviezen te geven, verhalen te vertellen die nog veel erger lijken dan het sombere gevoel van krekel, taarten te bakken, een feest te organiseren en brieven te schrijven. Maar niets helpt en het sombere gevoel wordt zelfs steeds erger.
Naast het verhaal van de krekel wordt het verhaal van de olifant verteld. Olifant probeert dagelijks tevergeefs in een boom te klimmen en daarin een pirouette te draaien. Hoewel hij iedere keer weer valt, blijft hij het proberen. Somber wordt hij er nooit van; hij blijft positief. Olifant denkt dat de krekel misschien ook eens in de boom moet klimmen om van het sombere gevoel af te zijn.
‘Samen vielen ze naar beneden. Dikke takken braken en zwiepten tegen hen aan. Toen ze even later hun ogen opensloegen had de olifant een dikke bult op zijn achterhoofd. ‘Maar ik ben niet somber,’ kreunde hij zacht. De vleugels van de krekel waren gekneusd en zijn neus was gebroken. Op zijn rug zaten twee bulten en zijn poten deden het niet meer. ‘Ik wel,’ zei hij.’
Uiteindelijk is krekel uit het niets ineens weer vrolijk.